Een tijdje terug bekeek ik op aanraden van een vriendin My Octopus Teacher op Netflix. Ik was zo gefascineerd door het verhaal, dat ik het niet kon loslaten. Hoezo is er nog geen roman? Dacht ik. Dus besloot ik contact op te nemen.
Waarom My Octopus Teacher?
My Octopus Teacher is gemaakt door o.a filmmaker Craig Foster en gaat over een ongebruikelijke vriendschap tussen een octopus en zomaar een man. Dan wel een man die besluit dagelijks bij een octopus op bezoek te gaan, om te kijken wat er gebeurt.
Voor mij kwam alles samen in deze film. Mijn liefde voor de oceaan, mijn liefde voor dieren, een positieve boodschap aan de mens om te ontdekken hoe wij allemaal een zijn met de natuur. Dus had ik, voordat ik het wist, een proloog geschreven. En opgestuurd.
Hallo, met Craig Foster
Binnen een dag kreeg ik een persoonlijke reactie. Er lopen al deals met uitgevers. Maar hoe tof is het dat ze gewoon reageerden. En me zelfs uitnodigden om eens langs te komen in Zuid-Afrika. Bovendien is het voor hem en zijn team natuurlijk geweldig, want alle inkomsten van de film en het boek gaan naar het door hem opgerichte Sea Change Project, waar hij zich samen met zijn team inzet om dit specifieke gebied uit de film (het Kelpenwoud) te beschermen.
Aangezien ik mijn proloog nu toch al heb geschreven, hieronder mijn versie. Wie weet nodigt het je uit om de documentaire op Netflix te bekijken. Veel leesplezier!

Proloog
Haar woorden blijven me vinden zonder dat ik ze lees, want ik ken het water. Ik werd groot door haar. Toch had niemand veertig jaar geleden ooit kunnen bedenken hoe hetzelfde Zuid-Afrikaanse water mij als een kussen zou opschudden, afstoffen en gladstrijken. Zeker niet toen ik verder weg van de kust opgroeide, haar lang zelfs ontgroeide, met een nieuwe identiteit, een vrouw en een zoon, en niet begreep waarom mensen dachten in godsnaam één te kunnen zijn met water, of met de natuur in het algemeen. Dat we niet slechts een toevallige passant zijn. En nu drijf ik hier op de bodem van het Kelpenbos. Voor mij zweeft een onbeholpen trosje zee, waarvoor ik de woorden nog probeer te ontdekken. De bodem wiegt haar heen en weer. Het heeft iets weg van een rots met lange schelpen; aan weerszijden hangt er een. Maar wat is het?
Ik kom dichterbij. Rrrt. Plotseling vallen alle schelpen uit elkaar. Van schrik verlaten twintig luchtbellen mijn mond. Uit de mantel van schelpen ontwaakt een vuurrode octopus. Haar ogen zijn groot. Ze stormt naar links, rakelings langs mijn lijf, en laat dan een wolk van verwarring achter. Snel. Intuïtief zwem ik achter haar aan, tot ze voor mij onder een rots verdwijnt. Ik haal adem en duik opnieuw. Twee ogen staren me aan.
De laatste keer dat ik hier zwom was ik vijftien. De gouden slierten omarmen meer van het onderwaterwoud dan ik me herinner. En toch voelt het veiliger nu. Vroeger was ik bang voor witte haaien, grote zeehonden, giftige kwallen en sterke stromingen. In het huisje van mijn ouders, dat pal aan de kust stond, probeerde ik voor het raam een glimp van ze op te vangen. En hoewel ik af en toe dook, voelde ik me vooral een toeschouwer. Alsof ik, landmens, slechts te gast was in hun water, in hun gouden woud. Zeker als de golven tegen onze voordeur sloegen. Maar deze keer was het anders.
Ik gluur naar de ogen die mij gadeslaan. Ze kijken alsof ik een vreemde ben en toch ook van de zee. Alsof we van elkaar zijn, en toch ook weer niet. Misschien voelde ik het onbewust wel. Dat er meer was om te ontdekken. Dat we bondgenoten waren. Alles in haar lijf lijkt te schreeuwen: blijf hier, ontdek me. Kom hier, ik wil je wat laten zien. Er is zoveel meer te zien. Maar nu nog niet. Eerst wil ik weten dat ik je kan vertrouwen. En het was dat exacte moment dat alles samenkwam. Mijn leven en de radicale verandering waar het naar snakte, de twee bruine ogen die me uitlokten iets tot op de bodem uit te zoeken, mijn eigen stille verlangens. Een gekke vraag kwam in me op. Wat nou, als ik deze octopus eens dagelijks bezoek?
Geef een reactie